Binnen de Agogiek worden er vier basisdimensies gebruikt die nodig zijn bij het opvoeden van een kind. Een van die vier basisdimensies is instructie geven. Hierbij maakt de ouder aan het kind duidelijk wat hij voor gedrag van het kind verwacht en wat de bedoeling van iets is. Door deze instructies zal het kind beter in staat zijn om zelf beslissingen te nemen en zelfstandiger door het leven te gaan. De ouders van Sarah willen Sarah leren om goed om te gaan met Social Media. Wanneer zij dit geleerd heeft zal zij verantwoordelijker met Social Media omgaan en niet nogmaals in deze situatie terecht komen. 

Volgens artikel 247 van het Burgerlijk Wetboek Boek 1 hebben de ouders de plicht en het recht om hun minderjarig kind op te voeden en te verzorgen. Zorg dragen aan de lichamelijke en geestelijke gezondheid spelen hierbij een grote rol.

De ouders van Sarah moeten aan deze plicht voldoen omdat Sarah pas 12 jaar is. Nadat Sarah met deze jongen contact heeft gehad, heeft ze emotionele schade opgelopen. Het is nu de plicht van de ouders om ervoor te zorgen dat Sarah herstelt van deze schade zodat haar geestelijke gezondheid verbeterd wordt. Dit kunnen ze bereiken door de vier basisdimensies toe te passen. 

Volgens artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht is het verboden om via een communicatiedienst ontmoetingen te organiseren met jongeren die (vermoedelijk) jonger zijn dan 16 jaar om vervolgens ontuchtige handelingen mee te verrichten of afbeeldingen te sturen met seksuele gedragingen. De jongen waarmee Sarah contact heeft gehad, heeft deze wet geschonden. Door zijn handelingen is er een opvoedingsspanning ontstaan. De ouders hadden geen controle meer over  de handelingen en het gedrag van Sarah. Hierdoor hebben zij professionele hulp moeten inschakelen om dit op te lossen. Zo hebben ze onder andere hulp gekregen van Slachtofferhulp en Stichting Veilig Thuis.